Overgewicht is een verschijnsel dat ook onze viervoeters treft: in Frankrijk lijdt 30 tot 40% van de honden en katten aan overgewicht. Ontdek hier het advies van onze dierenexperte Sylvia Masson over hoe je een dier met overgewicht kunt herkennen en hoe je een ideaal gewicht kunt behouden. Want een fit dier is een gelukkig dier!

Leestijd : 2 min
Obesitas bij dieren wordt vaak veroorzaakt door een te energierijke voeding in verhouding tot hun lichamelijke activiteit. Het is daarom essentieel om hun voederhoeveelheid aan te passen aan hun activiteitsniveau.
Sommige honden- en kattenrassen hebben de neiging sneller aan te komen. Sylvia Masson, gedragsdierenarts, legt bijvoorbeeld uit dat “een studie het POMC-gen heeft geïdentificeerd, aanwezig bij de labrador en de golden retriever, en heeft aangetoond dat dieren met deze specifieke mutatie een duidelijke neiging tot obesitas vertonen, zelfs wanneer ze een relatief normale portie eten.” Andere rassen zoals de beagle, de Australische herder en de Bretonse spaniel zijn eveneens vatbaar voor obesitas. Daarentegen hebben rassen zoals de windhond of de Jack Russell (die een hypermusculariteitsgen bezit), evenals hyperactieve honden, meer moeite om aan te komen.
Een dier met overgewicht vertoont duidelijke fysieke tekenen, zoals het niet zichtbaar zijn van de ribben. Om te bepalen of een dier te zwaar is, volstaat het om te controleren of de ribben voelbaar zijn bij aanraking. Onze experts raden echter aan om toch een dierenarts te raadplegen om het optimale gewicht van je dier te bepalen. Sylvia Masson benadrukt ook dat “vooral een verandering in activiteitsniveau een waarschuwing moet zijn, of het nu gaat om een toename of een afname.” Tekenen zoals abnormale kortademigheid, terughoudendheid om fysieke inspanning te leveren of traagheid tijdens wandelingen kunnen wijzen op overgewicht, maar ook op andere gezondheidsproblemen. Het is daarom beter om advies te vragen aan een dierenarts.
Volgens Sylvia Masson “zijn gewrichtsproblemen het eerste probleem dat verband houdt met overgewicht.” Een te hoog gewicht oefent inderdaad extra druk uit op de gewrichten, wat het risico op bot- en gewrichtsaandoeningen vergroot. Overgewicht wordt ook in verband gebracht met metabole complicaties, zoals diabetes, en legt een extra belasting op het hart, waardoor het risico op hartziekten toeneemt.
De afgelopen jaren hebben veel bedrijven innovaties ontwikkeld om het gewicht van dieren beter te beheren. Onder deze innovaties vinden we nieuwe dieetvoedingen met minder calorieën, slimme voerbakken waarmee de voedselporties nauwkeurig kunnen worden gewogen, en activiteitsvolgsystemen. Sylvia Masson merkt ook op dat “activiteitsvolgsystemen, zoals die van Weenect, het mogelijk maken om de fysieke activiteit van het dier te volgen en aangepaste programma’s met specifieke doelen te overwegen.”
Zoals Sylvia Masson uitlegt: “Bij overgewicht is voorkomen echt beter dan genezen. Let dus goed op een snelle gewichtstoename en pas de voederhoeveelheid meteen aan.”
Om je dier in vorm te houden, is het aan te raden om het regelmatig en matig te laten bewegen, ongeacht zijn lichaamsbouw of ras. “Je moet proberen activiteiten te doen die zowel honden of katten als hun baasjes leuk vinden, of het nu spelletjes of wandelingen zijn,” en deze activiteiten aanpassen aan het uithoudingsvermogen van het dier.
Een evenwichtige voeding is ook cruciaal om een gezond gewicht te behouden. Het is aan te raden een dierenarts te raadplegen om de optimale portie te bepalen, aangezien vele factoren — zoals leeftijd, sterilisatie en activiteitsniveau — een rol spelen. Voor dieren met bijzondere behoeften of gezondheidsproblemen “is het het beste om een dierenarts te raadplegen die gespecialiseerd is in voeding, om een zeer nauwkeurige en individuele voedingsportie te bepalen,” benadrukt Sylvia Masson.
